Bij de Paaskaars
1.
Duiding van de paaskaars
Gelovige christenen volgen de cyclus van de liturgie.
Daarin zijn twee grote momenten centraal.
Met Kerstmis vieren wij
het mysterie van Gods liefdevolle menswording.
De grote machtige God
wordt als een kleine mens geboren.
Met Pasen vieren wij
het mysterie van het eeuwig leven.
De mensgeworden Zoon van God
overstijgt onze mensenwereld en overwint de dood.
Dan steken wij het vuur van de hoop aan.
De hoop dat wij zullen delen in Jezus’ verrijzenis.
De paaskaars die we vandaag hebben aangestoken,
draagt dat licht van de hoop.
We gaan het gebruiken om een kleine kaars aan te steken
die ons geloof uitdrukt dat N.
in Christus’ vreugdevolle verrijzenis zal delen.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God van Kerstmis en Pasen,
U neemt ons op in het mysterie van uw liefde,
te groot om door ons, mensen, begrepen te worden.
Wij vertrouwen ons aan U toe.
Vooral N. willen wij in uw liefde aanbevelen.
Zegen haar/hem die altijd vertrouwelijk met U is omgegaan.
Zij/Hij is helemaal mens, in ons midden.
Laat haar/hem nu delen in uw goddelijk leven,
een toekomst zonder einde waar enkel liefde is.
Amen.
2.
Duiding van de paaskaars
Geloof heeft met eeuwigheid te maken,
met een andere wereld, een andere tijd,
een eigen kijk op wat bestaat en leeft.
We zoeken symbolen om dat andere uit te drukken.
Voor christenen is de paaskaars een centraal symbool.
Met Pasen vieren wij dat in de Christus
de dood is overwonnen.
Wij steken daarom een vuur aan,
het vuur van de hoop dat oplaait in de duisternis
van de mensenwereld.
Met dat gezegende vuur wordt de nieuwe paaskaars ontstoken.
Dat kleine vlammetje drukt ons geloof
in het eeuwig leven uit.
Wat wij in ons leven – kort of lang –
opbouwen wordt door God voltooid.
Nu gebruiken wij het paasvuur
om een kleine kaars aan te steken.
Zij drukt ons geloof uit
dat N. in de paasvreugde van de Heer deelt.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
O God, wie zouden wij zijn
mocht uw liefde ons hart niet verwarmen?
Wie zouden wij zijn mocht U ons leven
niet over de dood heen tillen?
Bij het vuur van Pasen
dragen wij U het leven van N. op.
Zij/Hij is overleden
maar wij geloven dat U het leven voltooit
en nieuwe kracht en glans geeft,
op een wijze die wij ons niet kunnen voorstellen.
Aanvaard het leven van deze vrouw/man
en neem het op in uw oneindige liefde.
Amen.
3.
Duiding van de paaskaars
Op een datum die berekend wordt
vanaf het begin van de lente,
viert de Kerk elk jaar het paasfeest.
Pasen is één van de grote feesten
van het mysterie van Gods liefde.
De grote God, Schepper en Vader,
komt in de wereld
en wil tegelijk de wereld van de mensen
naar zijn rijk ombouwen.
Met Pasen vieren wij hoe Jezus
uit de dood opstaat, lijden en dood overwint,
en eeuwig leven ontvangt.
God legt zo zijn hand op N.
en hij/zij zal leven.
De grote kaars
die we met Pasen voor het eerst hebben aangestoken,
gebruiken we nu om een kleine kaars vuur te geven.
Dat kleine vlammetje drukt ons geloof uit
dat N. deelt in de verrijzenis van de Heer.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God, – Vader, Zoon en heilige Geest –
U verzoent onze mensenwereld
met uw oneindige liefde.
Dat opent voor ons een weg ten leven
die niemand anders geven kan.
Leid N. langs dat pad
door de duisternis van de dood
naar het Licht waar U hem/haar opwacht.
Laat niets verloren gaan
van het goede dat hij/zij heeft opgebouwd
en laat ons met hem/haar verbonden blijven.
Amen.
4.
Duiding van de paaskaars
Vuur en licht hebben altijd aantrekkingskracht.
Mensen zoeken gewoonlijk niet de duisternis op
maar het licht,
want daar is leven, daar zijn andere mensen,
daar vind je hulp, steun en vrede.
Daarom is Pasen in de christelijke traditie
een feest van licht,
want wij vieren dan dat God in Jezus
de duisternis van de dood heeft overwonnen.
Om dat uit te drukken
ontsteken wij met Pasen een vuur.
Die vlammen worden gezegend en dan gebruikt
om de paaskaars aan te steken.
De vlam op de paaskaars drukt ons geloof uit
dat Jezus de Christus leeft;
ze sterkt ons verlangen om in die verrijzenis te delen.
Daarom steken wij nu een kleine kaars aan
met het paasvuur.
Zo drukken wij ons geloof en ons verlangen uit
dat God N. in de paasvreugde opneemt.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Goede God,
U kunt wat mensen niet kunnen.
Wij doen veel inspanningen en moeite
om ziekte en dood te bestrijden
maar uiteindelijk verliezen wij het leven.
U kunt de dood overwinnen
en het leven laten zegevieren.
Dat geloven wij.
Daarom bidden wij U
om uw liefde die sterker is dan de dood
voor N. van wie wij afscheid nemen.
Dat zij/hij met Jezus de Christus
mag leven in uw eeuwige vrede. Amen.
5.
Duiding van de paaskaars
Leven over de dood heen, zonder pijn en ziekte –
de mensen hebben er zich altijd een voorstelling
van willen maken.
Allerlei beelden, kleuren en vormen zijn uitgedacht.
En altijd is onze voorstelling te klein.
In de christelijke traditie is het paasvuur
een belangrijke uitdrukking van ons geloof
in het eeuwig leven dat God ons schenkt.
Ook dat symbool is te klein.
Maar de vlam van de paaskaars is zo eenvoudig
dat ze als vanzelf van zichzelf wegwijst
naar een grotere en diepere betekenis.
Pasen is het feest van de overwinning van de dood.
God heeft zijn Zoon eeuwig leven geschonken
en wij mogen daarin delen.
Omdat wij geloven dat N. deze weg gaat,
ontsteken wij met het paasvuur een kleine kaars.
En wij bidden…
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Goede God.
U bent de Heer van alle leven
in tijd en eeuwigheid.
Nu wij het licht van Pasen
hebben aangestoken en doorgegeven
leeft in ons de hoop op dat N.
op uw genade en barmhartigheid kan rekenen.
Uw liefde is sterker dan de dood.
Neem haar/hem dan op in uw vrede
en schenk haar/hem leven
dat duurt in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
6.
Duiding van de paaskaars
Pasen is één van de grote feesten in de christelijke gemeenschap.
Dat de Christus uit de dood is opgestaan,
is bron van vreugde en geluk
maar ook van vertrouwen dat God ons draagt
en ons leven zin geeft.
Nu wij afscheid nemen van N.,
hebben wij het paasvuur aangestoken.
De eenvoudige vlam op de paaskaars
is de stille uitnodiging om de hoop van ons geloof
altijd weer te voeden,
zodat wij in liefde met elkaar, met N.
en met al onze dierbare overledenen verbonden blijven.
Met het paasvuur ontsteken wij een kleine kaars,
want wij geloven dat het grote paasmysterie nu aan N. gebeurt.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God – Vader, Zoon en heilige Geest –
U bent bron van leven, Heer van de Schepping.
Voltooi het werk van uw liefde
dat U in deze man/vrouw begonnen bent.
Laat niets verloren gaan
van het goede dat hij/zij voor andere mensen
– in de eerste plaats zijn/haar gezin –
heeft betekend.
Wakker de vlam van het geloof in ons aan.
Doe de warmte van de liefde in ons opleven.
Laat het licht van de hoop niet doven.
Dat wij U de juiste plaats geven.
Vandaag en alle dagen. Amen.
7.
Duiding van de paaskaars
Over enkele weken zullen wij deze Verrijzenisliturgie
bekronen in de eucharistieviering,
want dat is de volledige viering van Pasen –
de verrezen Heer in ons midden.
Pasen is elk jaar een groot gebeuren
in het leven van de christelijke gemeenschap.
Wij vieren dan dat de Christus uit de dood is opgestaan
en ons in zijn verrijzenis wil laten delen.
De hoop die dan in ons opleeft
maken wij zichtbaar in het symbool van het vuur.
Het gezegende paasvuur wordt gebruikt
om de paaskaars aan te steken.
Die hebben we vandaag opnieuw licht en vuur gegeven,
omdat wij geloven dat N. deelt
in de verrijzenis van Jezus de Christus.
Met het paasvuur steken wij een kleine kaars aan.
Haar vlam nodigt ons uit te geloven
dat N. verder leeft bij de Heer.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Goede Vader,
wij geloven dat U ons nooit alleen laat.
Zelfs in de donkere uren van de dood,
laat U licht schijnen op onze weg.
U hebt uw eigen Zoon
door de dood heen gehaald
en eeuwig leven geschonken.
Bij het paasvuur belijden wij ons geloof
dat U N. op dezelfde weg leidt.
Laat uw stralend licht haar/hem voorgaan en begeleiden,
tot bij U, Vader van alle mensen, in alle eeuwen. Amen.
8.
Duiding van de paaskaars
Toen Jezus aan het kruis gestorven was,
zijn leerlingen bang en ontgoocheld uiteen gevlucht waren,
en zijn moeder en zijn vrienden kapot van verdriet waren:
toen was er ook duisternis in Gods vaderhart.
Hij heeft niet gewild dat zijn Zoon zou sterven.
Daarom heeft Hij hem opgeroepen uit de dood vandaan.
Elk jaar in de paasnacht
ontsteken wij een vuur.
Dat vuur is teken van Christus' licht
dat schijnt in de duisternis.
Aan dat vuur ontsteken wij de paaskaars,
ieder jaar een nieuwe.
Zij is uitdrukking van ons geloof
in onze eigen verrijzenis.
Nu ontsteken wij aan de paaskaars een kleine kaars,
want wij geloven dat N.
zal delen in de verrijzenis van Jezus Christus.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Goede Vader,
bij het licht van de paaskaars bidden wij U
om vrede en vertrouwen.
Wat is een vlam
als wij niet voor elkaar een warm vuur zijn?
Wat is een licht
als wij elkaar niet door de duisternis leiden?
Wees hier aanwezig, in ons midden,
in het vuur en het licht,
in de woorden van troost,
in de tekenen van vriendschap en verbondenheid.
Dat vragen wij U door Jezus Christus,
uw Zoon en onze Heer. Amen.
9.
Duiding van de paaskaars
Een kaars heeft een flikkerend licht.
Het vlammetje kan zomaar worden uitgeblazen.
De paaskaars is voor de christenen
nochtans een sterk symbool.
Het is een uiterlijk teken
van onze innerlijke overtuiging
dat Jezus leeft, over tijd en ruimte heen.
Zijn verrijzenis vieren wij ieder jaar met Pasen.
Nu, in dit uur dat wij afscheid nemen van N.,
steken wij een kleine kaars aan.
Zij is een zichtbaar teken
van het geloof dat in onze gemeenschap leeft
dat deze mens deelt in de verrijzenis van Jezus
en verder leeft.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Blijf bij ons, Heer,
want het wordt avond.
De dag neigt ten einde.
Blijf bij ons en bij heel Uw kerk.
Blijf bij ons op de avond van deze dag,
op de avond van ons leven,
op de avond van de wereld.
Blijf bij ons met uw genade en goedheid,
met uw woord en sacrament,
met uw troost en zegen.
Blijf bij ons als de nacht over ons neerdaalt,
de nacht van kommer en angst,
de nacht van twijfel en verzet,
de nacht van de bittere dood.
Blijf bij ons, bij allen die in U geloven,
in tijd en eeuwigheid.
(Willem Löhe)
10.
Duiding van de paaskaars
De dood confronteert ons
met onze grenzen en mogelijkheden.
In het beste geval kunnen wij de dood
uitstellen maar nooit uitschakelen.
Het is een hele levenskunst daar goed mee om te gaan.
Voor ons, christenen, ligt een mooie weg open
om de dood een goede plaats te geven.
Dankzij Jezus de Christus, de Verrezene,
weten wij dat de dood de overgang is naar nieuw leven.
Dat vieren wij uitvoerig met Pasen.
Het vuur van de hoop laait dan op
en wij verwarmen ons aan die vlammen.
We hebben vanochtend
op de paaskaars het vuur aangestoken.
Die vlam gebruiken we nu om een kleine kaars aan te steken
die ons geloof in de verrijzenis van N. uitdrukt.
Het kaarsje drukt ons geloof in het eeuwig leven uit
maar ook onze wil om N. een blijvende plaats
in ons hart te geven.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God van alle levenden,
N. is overleden
maar wij willen haar/hem niet vergeten.
Versterk ons paasgeloof
en help ons verbonden te blijven
met N. die ons altijd dierbaar zal blijven.
Laat niets verloren gaan
van het goede dat van haar/hem is uitgegaan
en dat nog steeds ons hart verwarmt.
Laat uw liefde haar/hem en ons verwarmen,
in deze moeilijke dagen
maar ook in alle komende dagen.
Amen.
11.
Duiding van de paaskaars
De gloed van een houtvuur
kan iets doen met mensen
die ernaar kijken en errond zitten.
Als wij met Pasen een vuur aansteken,
spreekt die warme gloed ons
over Gods liefde.
Hij verjaagt de kilte van de dood
en geeft ons hoop op nieuw leven.
Met het warme paasvuur ontsteken wij ieder jaar
een mooie, nieuwe paaskaars.
Vanochtend hebben we die kaars opnieuw licht gegeven.
We gebruiken haar vlam nu
om een kleine kaars aan te steken
die ons geloof in de verrijzenis van N. uitdrukt.
Moge dit kleine vlammetje ons uitnodigen
om een kring van warme genegenheid te vormen
rond N. en haar/zijn familie.
In Gods Naam.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God van alle mensen,
N. is overleden
en wij vormen een kring rond haar/hem.
Slechts liefde en vriendschap
kunnen stilaan de pijn van het afscheid helen.
Schenk N. en haar/zijn familie
uw liefde – zichtbaar en voelbaar
in de vriendschap van de mensen om hen heen.
Kom ons allen tegemoet in onze onmacht
om het leven te bewaren.
Laat uw liefde N. en ons verwarmen,
in deze moeilijke dagen
maar ook in alle komende dagen.
Amen.
12.
Duiding van de paaskaars
Afscheid nemen is een persoonlijke weg,
met eigen bochten en krommingen.
Mensen kunnen raad geven en bijstand verlenen
maar je gaat de weg heel persoonlijk.
Als christelijke gemeenschap
hebben wij een Leidsman
die de weg van dood naar nieuw leven voorgaat,
Jezus de Christus.
Rond en vanuit hem geloven wij in eeuwig leven.
Dat geloof biedt een doel, een uitzicht,
een verlangen naar thuiskomen.
Omdat woorden tekortschieten,
drukken we ons verrijzenisgeloof
in een symbool uit: het vuur van de paaskaars.
Het spreekt ons over wat niet te zeggen is:
dat God ons bemint, over de dood heen.
Moge het paaslicht,
waarmee we deze kleine kaars aansteken,
in ons hart branden
als een lichtpuntje hoop.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God van alle mensen,
U kent ons en U begrijpt ons hart.
Nu N. overleden is,
zoeken wij wegen om verder te gaan
mét haar/hem.
Jezus is onze weg;
Hij gaat ons voor.
Laat zijn Licht onze stappen leiden,
onze dagen verlichten.
Laat uw liefde N. en ons verwarmen,
nu ons hart verdrietig is.
Vandaag en alle komende dagen.
Amen.
Lied
13.
Duiding van de paaskaars
Een kaars die brandt
vertelt ons over 'licht geven'.
De duisternis wordt doorbroken
door een kleine vlam.
Door zichzelf te geven
schenkt de kaars ons licht.
Ook al wordt ze zelf kleiner,
het is niet tevergeefs.
Door zijn of haar leven te geven,
schenkt een mens licht aan anderen.
Als we ons leven liefdevol delen,
onszelf prijsgeven,
is dat niet tevergeefs.
We doorbreken de duisternis van onze tijd.
Jezus de Christus is licht voor de mensen.
Dat geloven wij
en dat geloof drukken wij uit, hoe kan het anders,
met een kaars, de paaskaars.
Jezus de Christus gaf zijn leven helemaal
en werd klein als een gekruisigde misdadiger -
opdat wij zouden leven en wel in overvloed.
Daarom steken wij met het paasvuur een kleine kaars aan,
want wij geloven dat Jezus de Christus, het Licht,
N. nieuw leven zal geven, en wel in overvloed.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Goede Vader
zegen ons met het Licht
van uw liefde.
Zegen N. die is overleden
en ongewild een duistere plek
in ons hart achterlaat.
Moge uw Licht voor haar/hem schijnen.
Het levenslicht van Hij die zegt en is:
"Ik ben het Licht van de wereld.
Wie in mij gelooft heeft eeuwig leven."
Lied
14.
Duiding van de paaskaars
Pasen is voor kinderen zoals N.
eitjes zoeken en chocolade smullen
en de paashaas foppen.
De paastijd valt tijdens de lente,
de tijd van het jonge leven.
De paastijd is een tijd van hoop.
Voor N. is het leven helemaal anders gegaan.
In plaats van te ontluiken
is haar/zijn leven afgebroken.
En toch hebben wij de grote kaars van Pasen aangestoken.
Want wij willen niet zonder uitzicht en zonder hoop zijn.
De kleine vlam van deze grote kaars
nodigt ons uit om verder te zien en dieper te geloven
dan klokken en eitjes.
Pasen is opstanding, aarzelend en zoekend opstaan
om stap voor stap verder te gaan.
Wij steken met het licht van die hoop
het kleine kaarsje van N. aan.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
Lieve God,
met glinsterende ogen
keek N. het leven tegemoet.
Laat dat licht schijnen
in de vlam van het kleine kaarsje
dat we met het paasvuur hebben aangestoken.
Laat een vonkje van haar/zijn blijheid
in ons verder leven
en ons spreken over Jezus’ verrijzenis,
zijn Pasen, zijn Vuur.
Dat het ons mag verwarmen
als de kilte in ons komt.
Dat het ons een weg mag tonen
als wij geen kant meer op kunnen.
Dat het ons elkaar mag tonen
als zusters en broeders
om elkaar te beminnen en te steunen.
Amen.
Lied
15.
Duiding van de paaskaars
Vuur is een oerelement
dat de mens altijd heeft geboeid.
Dat is ook in onze tijd nog zo.
Wij steken vuurwerk af
als het nieuwe jaar begint,
we zorgen voor kaarslicht
als het wat intiemer mag zijn,
of we steken de haard of het kampvuur aan
als we onze nabijheid willen verwarmen.
Vandaag hebben wij de paaskaars aangestoken.
(Over enkele weken
staat hier een nieuwe kaars.)
Elk jaar, als het vuur van de hoop flakkert,
steken wij een nieuwe paaskaars aan.
Zij herinnert ons
de verrijzenis van de Christus.
Op wondere en bovenmenselijke wijze
heeft Hij de dood overwonnen.
Hij heeft N. de weg getoond
naar het nieuwe leven dat niet eindigt.
Daarom is de vlam op de grote kaars
vandaag ook teken van ons geloof
dat N. goed is aangekomen.
De kleine kaars wordt aangestoken.
Gebed bij de paaskaars
God van Jezus,
uw Zoon is ons Licht
dat de duisternis verdrijft
als wij wanhopig zijn,
als verdriet ons hart verstikt,
als eenzaamheid ons verlamt.
Laat het licht van Pasen
in ons hart schijnen
en help ons geloven
dat dit leven niet het einde is,
dat Jos bij U een nieuwe thuis vindt,
dat wij in U met elkaar verbonden zijn.
Wij steken met het paasvuur
de kleine kaars aan.
Dat wij elkaar aansteken
met geloof, hoop en liefde.
Alle dagen. Amen.
© Pastorale Zone Effata - 2012-2021