Joh 1,1.9-14.16-18

Joh 1,1.9-14.16-18 - Kerstevangelie van Johannes

Evangelie

Uit het evangelie volgens Johannes.

In het begin was het woord,en het woord was bij God,

en het woord was God.

Het was in het begin bij God.

Het ware licht was er, dat elke mens verlicht

en dat in de wereld moest komen.

Het was in de wereld, een wereld die door Hem was ontstaan,

en die wereld heeft Hem niet erkend.

In zijn eigen huis is Hij gekomen, en zijn eigen mensen hebben Hem niet opgenomen.

Aan diegenen die Hem toch opnamen,

heeft Hij het vermogen gegeven om kinderen te worden van God:

aan hen die geloven in zijn naam.

Niet langs de weg van het bloed,

niet door de begeerte van het vlees of door mannelijk streven,

maar uit God zijn ze geboren.

Ja, het woord is vlees geworden!

Hij is onder ons zijn tent komen opslaan

en we hebben zijn heerlijkheid gezien,

de heerlijkheid die Hij als eniggeboren Zoon aan de Vader ontleende,

vervuld als Hij was van genade en waarheid.

Van zijn volheid hebben wij allen ontvangen, genade op genade.

Want is de wet gegeven door Mozes,

de genade en de waarheid zijn gebracht door Jezus Christus.

Niemand heeft God ooit gezien,

maar de eniggeboren God, die rust aan het hart van de Vader,

Hij heeft Hem doen kennen.

Situering van de tekst

Johannes schrijft later dan de andere evangelisten. Zijn kerstevangelie is dan ook "geestelijker" en poëtischer. In de kersttijd is iemand gestorven. Gods Woord zal in haar/hem opnieuw geboren worden.

Laatste gebruik van deze tekst:

DROESHOUT

MAZENZELE

NIJVERSEEL

OPWIJK

PEIZEGEM

--

2019-01-25

2014-01-08

2012-12-24

--