Joh 10,7-16

Joh 10,7-16 - De goede Herder

Evangelie

Uit het evangelie volgens Johannes.

Jezus zei:

‘Waarachtig, ik verzeker u: ik ben de deur voor de schapen.

Wie vóór mij kwamen, waren allemaal dieven en rovers,

maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd.

Ik ben de deur:

wanneer iemand door mij binnenkomt

zal hij gered worden;

hij zal in en uit lopen,

en hij zal weidegrond vinden.

Een dief komt alleen om te roven, te slachten en te vernietigen,

maar ik ben gekomen om hun het leven te geven in al zijn volheid.

Ik ben de goede herder.

Een goede herder geeft zijn leven voor de schapen.

Een huurling, iemand die geen herder is,

en die niet de eigenaar van de schapen is,

laat de schapen in de steek

en slaat op de vlucht zodra hij een wolf ziet aankomen.

De wolf valt de kudde aan en jaagt de schapen uiteen;

de man is een huurling en de schapen kunnen hem niets schelen.

Ik ben de goede herder.

Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij,

zoals de Vader mij kent en ik de Vader ken.

Ik geef mijn leven voor de schapen.

Maar ik heb ook nog andere schapen,

die niet uit deze schaapskooi komen.

Ook die moet ik hoeden,

ook zij zullen naar mijn stem luisteren:

dan zal er één kudde zijn, met één herder.

Situering van de tekst

God heeft het goede voor met zijn volk en met elke mens. Wij vertrouwen deze mens toe aan de zorgen en de liefde van de goede Herder die zijn schapen veilig thuisbrengt.

Laatste gebruik van deze tekst:

DROESHOUT

MAZENZELE

NIJVERSEEL

OPWIJK

PEIZEGEM

2019-03-23

--

2023-05-06

2024-10-24

2014-02-17