Joh 20,11-18

Joh 20,11-18 - Maria Magdalena bij Jezus' graf

Evangelie

Uit het evangelie volgens Johannes.

Maria Magdalena stond buiten bij Jezus' graf te huilen.

En terwijl ze zo huilde, wierp ze een blik in het graf

en zag daar twee in het wit geklede engelen zitten,

de een aan het hoofdeinde, de ander aan het voeteneinde

van de plaats waar Jezus had gelegen.

Ze spraken haar aan: `Waarom huil je zo?'

Ze antwoordde: `Ze hebben mijn Heer weggehaald

en ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd!'

Na deze klacht keerde ze zich om en zag Jezus staan

maar ze wist niet dat het Jezus was.

Jezus vroeg: `Waarom huil je zo? Zoek je iemand?'

In de mening dat het de tuinman was zei ze:

`Heer, als u het bent die Hem hebt weggenomen,

zeg me dan waar u Hem hebt neergelegd;

dan kan ik Hem laten halen.'

Jezus zei: `Maria!'

Ze keerde zich nu naar Hem toe en zei: `Rabboeni!'

(Dat is het Hebreeuws voor: meester.)

`Houd Me niet vast', zei Jezus.

`Ik moet nog opstijgen naar de Vader.

Ga liever naar mijn broeders en zeg hun:

` `Ik stijg op naar mijn Vader die ook jullie Vader is,

naar mijn God die ook jullie God is.'' '

Daarop ging Maria van Magdala aan de leerlingen verkondigen:

`Ik heb de Heer gezien',

en ze vertelde hun wat Hij tegen haar gezegd had.

Situering van de tekst

"Maria" "Raboeni": twee woorden, twee namen en er is herkenning. Jezus kent ook deze mens. En zij/hij zal Jezus herkennen als Hij de naam van deze mens uitspreekt. Zij/Hij zal leven.

Laatste gebruik van deze tekst:

DROESHOUT

MAZENZELE

NIJVERSEEL

OPWIJK

PEIZEGEM

2013-02-23

2014-11-07

2013-02-08

2020-04-21

2014-04-08