Joh 6,37-40 H

Joh 6,37-40 - Ieder die de Vader mij toevertrouwt

Homilieën

Voorstel 20--


Voorstel 2011

Cijferde zichzelf weg voor het geluk van haar/zijn gezin.

Toegewijd aan de taak: werk, gezin, zelfs in de vrije tijd.

Eervol en betrouwbaar.


Deze mens is zorgzaam omgegaan met degenen die haar/hem waren toevertrouwd. Jezus gaat ook zorgzaam met de mensen om. Alleen is Hij de Messias en in staat om voor ons nog méér te doen.


Jezus ziet het als zijn roeping om voor elke mens die hem nadert of zich naar hem keert, tot het uiterste te gaan. "Dit is de wil van hem die mij gezonden heeft: dat ik niemand van wie hij mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar dat ik hen allen laat opstaan op de laatste dag." Wij kunnen dat niet, leven geven over de dood heen. De Heer kan het en doet het.


Deze mens is haar/zijn hele leven trouw geweest aan de mensen die haar/hem dierbaar waren. Zij/hij zal nu de blijvende zorgzaamheid van de Heer ervaren.


Beste familieleden van N.

Uw vrouw/man, jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader was er altijd helemaal voor jullie. Wij geloven dat God er nu helemaal voor haar/hem is en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en uw vrouw/man, jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd. 

Voorstel 2010

Bekend om haar/zijn vriendelijke maar immer stipte en correcte omgang met de mensen.

Haar/Zijn gezondheid was niet altijd berestrek.

Genoot van de tuin, een natuurwandeling in goed gezelschap.

Wilde delen wat hij wist en kende met de kinderen en de kleinkinderen.

Haar/Zijn leven draaide rond: zorgen voor haar/zijn gezin.


Omdat deze vrouw/man goed wist dat daar het doel en de zin van haar/zijn leven lag, leggen wij op haar/zijn leven het woord van Jezus die duidelijk zegt wat de zin en het doel van zijn leven is. Jezus is door de Vader gezonden met een specifieke opdracht. Zo zegt Hij het zelf: Dit is de wil van hem die mij gezonden heeft: dat ik niemand van wie hij mij gegeven heeft verloren laat gaan, maar dat ik hen allen laat opstaan op de laatste dag. Dat is niet niets. Het gaat over leven na de dood; d.w.z. goddelijk leven, want alleen God is van alle tijden en leeft over de dood heen.


Het is Jezus' opdracht om te openbaren dat Gods liefde en verlangen zo sterk zijn dat Hij ons naar zich toetrekt als wij sterven. Dat geldt voor ieder die in Jezus’ spoor treedt en de mensen in het hart draagt. Wie zijn of haar zending opneemt, trouw en tot het uiterste zoals Jezus, zal de weg van Jezus gaan en delen in zijn verrijzenis.


N. is haar/zijn weg gegaan en heeft haar/zijn opdracht volbracht. De Heer zal haar/zijn leven voltooien.


Beste familieleden van N.

Uw vrouw/man, jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader genoot van eenvoudige dingen in het leven en kon bewonderend kijken naar de kleine wonderen die overal te zien zijn. Nu gebeurt aan haar/hem het grote wonder van het nieuwe leven. Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en uw vrouw/man, jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.