Lc 1,26-38 H

Lc 1,26-38 - Boodschap van de engel aan Maria

Homilieën

Voorstel 20--


Voorstel 20--


Voorstel 2014

N. oud geworden.

Gewoon geleefd: gezin, buren, vrienden.

Behulpzaam en toegewijd.

Zoals veruit de meeste mensen,

heeft N. haar/zijn leven meermaals moeten bijsturen.

Het leven verloopt niet rechtlijnig.


Ook Maria moest haar leven aanpassen. Zij was een jonge vrouw, boordevol

plannen om met Jozef een gezin te stichten. Het evangelie vertelt over

de engel Gabriël die haar een boodschap van Godswege brengt.

Het is een ontmoeting,

zoals we allemaal mensen tegenkomen. Een vraag, een opmerking, een complimentje of een uitnodiging… Het kan  telkens de engel zijn die ons in Gods naam aanspreekt. De Bijbel getuigt dat sommige mensen die ontmoeting negeren en hun eigen weg. Maria niet.

Maria aarzelt en vraagt zich af wat haar overkomt maar ze zegt ‘Ja’ op haar uitverkiezing. Ze zal dat ja-woord nog dikwijls herhalen, als haar leven weer een bocht neemt: als Jezus het ouderlijk huis verlaat, als ze verneemt wat Hij allemaal doet, als Hij wordt gevangen genomen en ze zal onder het kruis staan waar Jezus wordt gedood. Altijd weer aanvaardt zij, past zich aan, zegt “Ja”.


N. heeft in haar/zijn (lange) leven vele ontmoetingen gehad, zoveel vragende ogen, zoveel mensen die op haar/hem rekenden voor een bezoek en een goed

woord. Het was Gods engel die haar/hem uitnodigde. 


Beste familieleden van N.,

nu zal niet Gods engel jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader

opwachten. De Christus zelf zal haar/hem door de dood heen halen. ...

Dat geloven en dat geloof in de verrijzenis biedt onze gemeenschap

jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.