Lc 11,5-13

Lc 11,5-13 - Vraag en er zal je gegeven worden

Evangelie

Uit het evangelie volgens Lucas.

Jezus zei:

'Stel dat iemand van jullie een vriend heeft

en midden in de nacht naar hem toe gaat

en tegen hem zegt:

"Wil je mij drie broden lenen,

want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen

en ik heb niets om hem voor te zetten."

En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt:

"Val me niet lastig!

De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed.

Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt."

Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft

omdat ze vrienden zijn,

dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend zo onbeschaamd blijft aandringen,

en hem alles geven wat hij nodig heeft.

Daarom zeg ik jullie:

vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden,

klop en er zal voor je worden opengedaan.

Want wie vraagt ontvangt,

en wie zoekt vindt,

en voor wie klopt zal worden opengedaan.

Welke vader onder jullie zou zijn kind,

als het om een vis vraagt,

in plaats van een vis een slang geven?

Of een schorpioen, als het om een ei vraagt?

Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht,

je kinderen al goede gaven schenken,

hoeveel te meer zal de Vader in de hemel

dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.'

Situering van de tekst

Jezus vraagt vertrouwen in de Vader. Bid en vraag, en Hij zal je verhoren. De overledene vertrouwde op God. Zij/Hij wist wat je van hem kunt verlangen en hem kunt vragen. Hij zal dat vertrouwen niet beschamen.

Laatste gebruik van deze tekst:

DROESHOUT

MAZENZELE

NIJVERSEEL

OPWIJK

PEIZEGEM

2022-12-31

2018-08-28

2022-03-25

2024-07-13

2013-04-18