Lc 12,35-40 H

Lc 12,35-40 - De heer die van de bruiloft thuiskomt

Homilieën

Voorstel 20--


Voorstel 2011

Gelovig.

Zeer op het gezin en de kleinkinderen betrokken.

Al lang weduwe/weduwnaar en daardoor teruggetrokken.

Tuin, groenten en bloemen - de laatste tijd niet meer.


Deze vrouw/man doet ons denken aan de oproep van Jezus om de lendenen omgord te houden, paraat voor het werk en op om het even welk moment klaar om de heer van het huis te ontvangen. Jezus roept hier niet uitsluitend op om actiemensen te zijn maar om open mensen te zijn. De heer die thuiskomt is God zelf. Hij is thuis bij ons, in iedere mens. Wie haar of zijn leven opvult met eigen plannen ambities, heeft echter geen ruimte meer voor God die aanklopt. Jezus doet een oproep om altijd open te staan voor de liefde die de Vader ons schenkt.


Deze vrouw/man wist dat de grond van het leven, Gods liefde is. Dat maakte haar/hem sterk genoeg om de eenzaamheid na de dood van haar man/zijn vrouw aan te kunnen.


Beste familieleden van N.

Jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader was er altijd voor jullie, steeds klaar om in te springen en te helpen. Jullie waren er voor haar/hem als het nodig was. Die liefdevolle verbondenheid houdt de Heer in stand over de dood heen.  Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en uw vrouw/man, jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.

Voorstel 2010

Kwam uit een ander land.

Huwde met iemand van bij ons maar de band met de geboortestreek bleef sterk.

Vriendelijk en door velen graag gezien.

'Thuis' was belangrijk.

De kinderen en veel later de kleinkinderen vonden een gezellige thuis.


Nooit deed iemand tevergeefs een beroep op N. In die zin is ze/hij als de waakzame knechten die zich omgorden en het huis op orde houden voor het moment van de onverwachte thuiskomst van de heer des huizes. Wat in het evangelie misschien nog overkomt als iemand die een onvoorziene controle uitvoert, is in werkelijkheid de Heer die ongezien en ongeweten bij ons binnenkomt. Hij klopt niet aan; Hij is er. In een vraag van onze huisgenoten; in de blik van een buur; in de groet van een voorbijganger. De Heer kijkt ons voortdurend uitnodigend aan. Hij heeft ons lief en verlangt naar onze wederliefde. Wie hem opmerkt en wie hem daadwerkelijk in haar of zijn leven binnenlaat mag op hem rekenen. Ook in het uur van de dood.


Deze mens heeft de Heer ontvangen in haar/zijn leven. Ze/Hij zal door hem ontvangen worden.


Beste familieleden van N.

Uw vrouw/man, jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader was een sterke vrouw die veel heeft meegemaakt. Maar altijd was ze de blije vrouw die graag aanpakte en gelukkig was als ze jullie geluk kon delen. Nu ze gestorven is wordt haar verbondenheid met jullie heel anders maar even nabij. Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en uw vrouw, jullie moeder en grootmoeder leeft met hem. Altijd.