Lc 17,7-10 H

Lc 17,7-10 - Onnutte knechten

Homilieën

Voorstel 20--


Voorstel 2011

Moeder/Vader uit de duizend.

Graag geziene meter/peter.

Niet kerkelijk gelovig.

Hulpvaardig maar niet al te handig.

Schreef rijmpjes voor alle feesten.


Deze moeder/vader en grootmoeder/grootvader kende de grote kunst om er altijd te zijn als het nodig was. Zo is Jezus ook. Wij denken niet altijd aan hem. Wij zijn niet altijd intens met ons geloof bezig. Maar de Heer is er wel altijd.


Jezus vergelijkt zichzelf met de knecht die na het land op het werk, ook het dienstwerk aan de tafel van zijn meester opneemt. Liefdevolle dienstbaarheid eindigt nooit en is steeds op anderen gericht. Jezus ging daarin tot het uiterste, tot op het kruis. Omwille van zijn trouw aan de Vader en aan de mensen, heeft God hem uit de dood doen opstaan.


Deze vrouw/man was steeds op anderen gericht. Daarom zal zij/hij nu in Jezus' verrijzenis delen.


Beste familieleden van N.

Uw vrouw/man, jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader heeft jullie graag gezien en van harte liefgehad. Dat was wederkerig. Die vertrouwvolle en liefdevolle band wordt door God in stand gehouden, ondanks de dood. Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en uw vrouw/man, jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.

Voorstel 2010

Liefde voor de dieren - was een groot stuk van haar/zijn leven.

Trouw aan haar/zijn levensopdracht.

Op haar/zijn manier diende zij/hij het geluk van man/vrouw en kinderen.

Met een eigen kijk op mens en wereld, een gelovige christen.

Kon of wilde niet stilzitten. Dat klopte met haar/zijn opvatting over wat goed en noodzakelijk is.


In het evangelie heeft Jezus het ook over de juiste verhouding. Wij mensen zijn schepselen; wij hebben niet onszelf gemaakt of gewild. Wij kunnen leven geven maar ons eigen leven hebben wij van de Vader ontvangen. Als wij bij hem thuiskomen, zal Hij ons leven voltooien; ook dat hebben wij niet zelf in handen. De juiste verhouding voor een gelovige mens is de houding van de dienaar die alles doet wat zij of hij kan om de Heer te dienen. En als we daar onze levenstijd aan hebben gegeven, zeggen: "Wij zijn onnutte knechten; we hebben enkel onze plicht gedaan." Zo is Jezus ons voorgegaan. Zijn korte leven was geheel op de wil van de Vader gericht. Daarom hield Hij van de mensen, ten einde toe. Toen Jezus gestorven was, heeft die Vader hem doen opstaan uit de dood, precies omwille van zijn totale toewijding.


N. heeft heel haar/zijn leven bezig geweest met wat zij/hij zag als haar/zijn taak. De Heer zal deze dienaar nu ontvangen en haar/zijn leven voltooien.


Beste familieleden van N.

Jullie moeder/vader heeft een eigen levensloop gehad waarin jullie een bijzondere plaats hadden. Al haar/zijn actieve inzet is stilgevallen. Wij geven het nu aan de Heer. Hij zal het voltooien en nieuwe glans geven. Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.