Gelovig.

Alles voor de (klein)kinderen

Kon 'zien' en 'horen' met de zintuigen van het hart

De ouderlijke zorgzaamheid van N. doet ons denken aan Jezus. Ook Hij keek met andere ogen naar mens en wereld. Ook Hij vertrouwde op Gods liefde. Daarom trok Jezus de bergen in. Het zal wel geen Alpencol geweest zijn die Hij heeft beklommen. Jezus zoekt de stilte, want Hij wil zich met zijn Vader verbinden. Boven op de berg kan Hij bidden, in zijn hart. Toch laat de zorg voor zijn vrienden hem niet los. Zelfs in de stille eenzaamheid van het gebed is Jezus gevoelig voor wat beneden op het meer gebeurt. Als Hij zijn leerlingen in de storm ziet zwoegen, voelt Hij hun angst. Hij ziet en hoort meer met zijn hart dan met zijn gewone zintuigen.

Niets houdt Jezus tegen om bij de mensen in nood te zijn. De evangelist zegt dat mooi: Jezus loopt zelfs over water om mensen te redden. Niets houdt hem nu tegen om N. te redden uit de dood.

Beste familieleden van N.,
jullie hebben ongetwijfeld bergen herinneringen aan jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader. Zij/Hij voelde jullie heel goed aan. Ze-ij/Hij zal ook jullie nabijheid en liefde gevoeld hebben in de laatste dagen en uren van haar/zijn leven onder ons. Nu is ze/hij bij de Heer. Hij is door de storm van de dood haar/hem tegemoet gegaan en neemt haar/hem in zijn liefde op. Dat geloven wij en dat verrijzenisgeloof biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader leeft met hem. Altijd.

Gastvrij en ontvankelijk.

Veilige haven voor haar/zijn gezin,

voor de buren en de vrienden.

Vertrwvol gelovig toen zij/hij ziek was.

Het klinkt allemaal niet heel spectaculair en N. heeft er de media niet mee gehaald. Maar ze/hij was een Jezus-leerling in de volgehouden, dagelijkse liefdedienst aan wie haar/hem waren toevertrouwd.

Kijk naar Jezus. Hij gaat de berg op om te bidden, om alleen te zijn, om bij de Vader te zijn. Als Hij het gevaar ziet waarin zijn leerlingen verkeren, gaat Hij naar hen toe. Jezus loopt over het water, niet om indruk te maken, maar om zijn leerlingen te redden. Zij waren hem toevertrouwd. Hij brengt onmiddellijk rust en vrede.

Petrus is zo ver niet. Hij wil meer dan hij kan maar zijn geloof is te klein. God vraagt niets dat wij niet kunnen. Maar wat we kunnen verwacht Hij wel. Dat heeft N. goed begrepen.

Beste familieleden van N.,
jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader was een waardige vrouw/man, groot in haar/zijn toewijding. Zij/Hij heeft gedaan en gegeven wat zij/hij kon en daarom zal God haar/hem door de storm van de dood heen halen. Dat is ons geloof: Jezus de Christus leeft en N. leeft met hem. Altijd.

Actief en kordaat.

Gelovig en overtuigd.

Ziek maar daadkrachtig gebleven,

leven in eigen hand gehouden.

De Heer die zij/hij hier zo vaak heeft ontmoet en die haar/hem nooit alleen heeft gelaten komt nu naar haar toe. Het is zoals in het evangelie staat: wat niet kan, doet de Heer toch om de mensen nabij te zijn. Zijn leerlingen, ervaren vissers die het meer van Galilea door en door kennen, komen niet vooruit omdat de wind zo hevig is. De Heer komt naar hen toe, over het water, door de hoge golven. Niets houdt hem tegen om mensen nabij te zijn. Als Petrus dat ook wil doen, zinkt hij, want zijn geloof is te klein. Jezus redt hem, als vanzelf.

Wij kunnen niet op eigen kracht alleen door de storm heen komen. De golven zijn te hoog, de tegenwind te sterk. Wij zinken weg. Gelukkig komt de Heer ons tegemoet, onvervaard en sterk. Hij tilt ons op en brengt ons veilig aan de overkant.

Dat zal Hij nu aan N. doen. Hij kent haar/hem; zij/hij kent hem. Zij/Hij gelooft dat Hij haar/hem zal redden en Hij zal woord houden.

Beste familieleden van N.
De kordate vrouw/man die jullie zo goed kennen kan nu rekenen op de kordate en besliste liefde van de Vader. Hij haalt haar/hem door de dood heen. Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en uw vrouw/man, jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.