Mt 2,1-12 H

Voorstel 20--


Voorstel 2011

Gelovig, zoeker.

Kritisch tegenover de Kerk maar toch  aanwezig.

Hield zielsveel van de kinderen.

Bezorgd dat de kleinkinderen de weg in het leven zouden  vinden.


Deze  mens is een leven lang op zoek geweest. Zij/Hij heeft vaak de antwoorden  gevonden maar stelde ze zelf weer in vraag.


De wijzen die  uit het Oosten kwamen om de "Koning van de Joden" te bezoeken, zijn ook  zinzoekers. Ze volgen eigen wegen en komen in Jeruzalem aan. Ze vinden er niet  het antwoord op hun vragen. Ze blijven op weg gaan, zoekend en vragend. De  belangrijkste weg die zij gaan is de weg naar hun eigen innerlijkheid. Als ze het Kind vinden, het Kindje Jezus, zijn zij innerlijk zo blij en vol  verwondering - dat ze in hem de weg naar het antwoord op hun zinsvragen zien. Het is logisch dat ze langs een andere weg terugkeren; ze hebben immers een nieuwe weg gezien. Niet langer in de sterren maar in het Kind dat de Zoon van God is, ligt hun levensweg.


Deze mens was altijd op zoek en kwam steeds bij Jezus uit om antwoorden te vinden. Nu zal zij/hij verwonderd neerknielen en de Heer aanbidden als nooit te voren.


Beste familieleden van N.

Uw vrouw/man, moeder/vader was een eerlijke zoeker. Zij/Hij hield ervan om wijsheid met jullie te delen. Ontelbaar zijn de verhalen en de woorden die jullie levenslang zullen herinneren. Nog meer dan de herinnering blijft de levendige verbondenheid met haar/hem. Dat geloven wij. Jezus de Christus leeft en uw vrouw/man, jullie moeder/vader leeft met hem. Altijd.

Voorstel 2010

Samen met haar man/zijn vrouw hard op de  boerderij gewerkt.

Gedreven door de zorg en de bekommernis voor de kinderen.

Ook nadat het werk al lang stil lag, bleef de betrokkenheid op de kinderen en de kleinkinderen sterk aanwezig.

Tevreden met wie ze/hij was en wat ze/hij had.

Leefde graag.

Plotseling overleden.


Deze mens vond geluk in de kleine dingen van het leven. Ze/Hij ging het niet te ver zoeken. Dat leren de drie wijzen uit het Oosten die de Messias zoeken ook. Ze zoeken hem eerst in Jeruzalem. Dat lag toch voor de hand: een stad, een religieus centrum, waar veel macht en kennis aanwezig zijn. Maar dat is niet de plaats waar de Heer te vinden is. Ze moeten verder zoeken. Niet menselijke wijsheid brengt hen bij hem maar zijn Ster toont de weg, naar Betlehem.


God is dichtbij, in het kleine Betlehem, in het pasgeboren Kind. Maar God is ook in de ouderling, in elke mens. We moeten hem niet te ver zoeken. Zo moet God ook niet naar ons zoeken. Hij kent ons; Hij weet wie wij zijn, wat we doen en wat we nastreven. En Hij brengt het goede dat wij beginnen tot voltooiing.


Dat doet Hij nu met het leven van deze vrouw/man.


Beste familieleden van N.

Zoals vaak gebeurt, geven leven en dood elkaar de hand. Nog maar pas hebben wij met Kerstmis de geboorte van de Messias gevierd. Maar nog dieper gaan leven en dood hand in hand, want op het ogenblik van haar/zijn dood is jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader wedergeboren in de liefde van God. Dat geloven wij en dat geloof in de verrijzenis biedt onze parochie jullie aan als een blijk van deelneming en sympathie. Jezus de Christus leeft en jullie moeder/vader en grootmoeder/grootvader leeft met hem. Altijd.

Homilieën