Lc 24,1-12

Lc 24,1-12 - De vrouwen gaan 's morgens naar Jezus' graf

Evangelie

Uit het evangelie volgens Lucas.

Op de eerste dag van de week

gingen de vrouwen bij het ochtendgloren

naar Jezus' graf met de geurige olie die ze bereid hadden.

Bij het graf aangekomen,

zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold,

en toen ze naar binnen gingen,

vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet.

Hierdoor raakten ze helemaal van streek.

Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen.

Ze werden door schrik bevangen

en sloegen de handen voor hun ogen.

De mannen zeiden tegen hen:

'Waarom zoekt u de levende onder de doden?

Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.

Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was:

de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars

en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.'

Toen herinnerden ze zich zijn woorden.

Ze keerden terug van het graf

en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen

wat er was gebeurd.

De vrouwen die het graf bezochten,

waren Maria uit Magdala, Johanna,

Maria de moeder van Jakobus,

en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden.

Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd,

maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet.

Petrus echter stond op en rende naar het graf.

Hij bukte zich om te kijken,

maar zag alleen de linnen doeken liggen.

Daarop ging hij terug,

vol verwondering over wat er gebeurd was.

Situering van de tekst

In de moedeloosheid van het verdriet, begint het geloof te groeien dat Jezus leeft. Ook al worden wij nu door verdriet overmand, laten we ons niet afsluiten en opsluiten maar hopen. Jezus leeft ook voor ons.

Laatste gebruik van deze tekst:

DROESHOUT

MAZENZELE

NIJVERSEEL

OPWIJK

PEIZEGEM

--

--

2016-04-02

2023-06-06

--